Gehaltes beïnvloeden

Met de juiste voedingsstoffen kan het drogestofgehalte en het zetmeelgehalte in aardappelen beïnvloed worden. Lees hier meer over hoe.

Het drogestofgehalte van aardappelknollen beïnvloeden

Het drogestofgehalte is zowel belangrijk voor verse aardappelen als ook voor de verwerking van de aardappelen. Knollen met een drogestofgehalte van meer dan 18 tot 20% zijn gevoeliger voor stootblauw en vallen bij het koken gemakkelijker uiteen. Bij de verwerking is een hoog gehalte aan drogestof nodig voor een goede bakkleur. Daarom wordt veelal een gehalte van 20-25% voorgeschreven. Stikstof, kalium en magnesium beïnvloeden het drogestofgehalte van aardappelknollen.

 

Bemesting en de drogestofgehalte van aardappelknollen 

 

stikstof effect op drogestofgehalteStikstof

Stikstof is een belangrijke voedingsstof die de groei van bladeren bevordert. In gebieden met een gematigd klimaat kan een overaanbod aan stikstof de groeiperiode van de planten verlengen, de rijping vertragen en op deze wijze het zetmeel- en drogestofgehalte verlagen, wat de geschiktheid van de aardappel voor verwerking vermindert. 

Dit onderzoek uit Noorwegen toont aan dat een te late bemesting met stikstof het drogestofgehalte van de knollen kan verlagen. 

 

overmaatse aardappelenIn regio’s met een koel klimaat kan een overmatig late groei leiden tot overmaatse aardappelen of aardappelen met inwendige scheuren.

 

 

  

 kalium en drogestofgehalteKalium 

De vorm van de kaliumgift heeft een invloed op het drogestofgehalte. Met kaliumsulfaat (K2SO4) kan een hoger drogestofgehalte worden bereikt dan met kaliumchloride (KCl). Daarom wordt de eerstgenoemde meststof veelal ingezet voor het bemesten van aardappelen die zijn bedoeld voor verdere verwerking. De reden hiervoor is de negatieve invloed van het chloride in de kaliumchloridemeststof op het drogestofgehalte van de knollen.

Dit onderzoek uit Denemarken toont het behaalde hogere drogestofgehalte door K2SO4 (kaliumsulfaat) in vergelijking tot KCl (kaliumchloride) aan.  

 

magnesium en drogestofMagnesium

Lage magnesiumconcentraties verlagen het zetmeelgehalte van de knollen. Onderzoeken hebben de positieve invloed bevestigd die magnesium heeft op het drogestofgehalte en het soortelijk gewicht van de knollen.

 

 

 

 

Overige teeltmaatregelen die het drogestofgehalte beïnvloeden

  • Selectie van het juiste ras voor het bereiken van het gewenste drogestofgehalte
  • Selectie van hoogwaardig pootgoed met een lage ziektegevoeligheid 
  • Vermijden van percelen met een hoge ziektedruk, slechte waterdoorlaatbaarheid of een laag watervasthoudend vermogen 
  • Behandeling tegen aardappelziekte
  • Irrigatieplan voor maximalisering van de kwaliteit 
  • Het tijdstip van de oogst

 

Het zetmeelgehalte en de zetmeelkwaliteit van aardappelen beïnvloeden

 

Bemesting en zetmeelgehalte van aardappelen

 

Stikstof op zetmeelgehalteStikstof

Stikstof is een belangrijke voedingsstof die de groei van bladeren bevordert. In gebieden met een gematigd klimaat kan een overaanbod aan stikstof de groeifasen van de planten verlengen, de rijping vertragen en op deze wijze het zetmeelgehalte verlagen, wat de geschiktheid van de aardappel voor verwerking vermindert.

 

 

fosfaat en zetmeelviscositeitFosfaat

De toepassing van fosfaatmeststoffen kan van invloed zijn op de kwaliteit van het zetmeel. Door een verhoging van het fosfaatgehalte van aardappelknollen kan de viscositeit van ontsloten zetmeel eveneens worden verhoogd en de gelatineringstemperatuur worden verlaagd.
Dit onderzoek uit Denemarken toont de relatie aan die bestaat tussen het fosfaatgehalte en de zetmeelkwaliteit, gemeten als viscositeit.
Aardappel bemestingsadvies
Aardappel bemestingsadvies
Aardappel bemestingsadvies

Yara's bemestingsadviezen kunnen je helpen de maximale opbrengst te behalen. Bekijk onze aanbeveling voor aardappel.

Aardappel bemestingsadvies