Agro-economische principes van de paprikamarkt

Iedere producent streeft naar een gewas met hoge opbrengst en goede kwaliteit, gewaardeerd door de eindgebruiker. Er is een groot aantal agro-economische factoren die van invloed zijn. Vele daarvan heeft de teler zelf in de hand.

Agro-economische principes van de paprikateeltIedere producent streeft naar een gewas met hoge opbrengst en goede kwaliteit, gewaardeerd door de eindgebruiker. Er is een groot aantal agro-economische factoren die van invloed zijn. Vele daarvan heeft de teler zelf in de hand.

 

 

 

Type plant

Alle paprikaplanten zijn zelfbestuivers en er is niet veel verschil in type plant. De verschillen in groei zijn het gevolg van de verschillende beschikbare paprikavariëteiten. Sommige variëteiten neigen ernaar zich vegetatief te ontwikkelen. De teler moet maatregelen nemen om de generatieve groei te stimuleren. Er zijn ook generatieve variëteiten waarbij de teler de groeiomstandigheden moet beïnvloeden om voldoende vegetatieve groei te houden.

Een paprikaplant is van oorsprong struikvormig. Daarom vormt de plant gemakkelijk zijscheuten. In de natuur groeit de paprikaplant over de grond in struikachtige ranken. De paprikaplant komt van oorsprong uit Midden-Amerika.

Plantgroei

Paprika's worden geteeld in kassen. De planten worden ondersteund aan draden zodat ze omhoog kunnen groeien. Paprika's groeien gemakkelijk 3 meter in de loop van het seizoen. Zoals eerder gezegd, vormen paprika's voortdurend zijscheuten. Als alle scheuten worden aangehouden worden, is de plant niet goed te beheersen in een kas. De teler beslist daarom eerst hoeveel stammen hij wil houden. De meeste telers handhaven 2 of 3 stammen per plant.

Teelsysteem

Planten worden op substraat geplant. In een kas is dat meestal steenwol of kokosturf. Deze substraten zitten in een plastic zak in de vorm van matten. Bovenin elke mat worden in het algemeen 3 plantgaten gemaakt. De meeste moderne paprikatelers hebben de matten boven de grond en telen de paprika's in hangende goten. Voorheen werden de meeste matten in rijen op de grond geplaatst.

We kunnen verder onderscheid maken in twee teeltsystemen: de traditionele manier en het V-systeem. In een traditioneel systeem worden er twee enkele rijen matten tussen de paden gelegd. In een V-systeem wordt slechts één rij matten tussen de paden geplaatst en groeien de planten in twee richtingen omhoog in een V-vorm. Beide systemen zijn werkbaar en worden gebruikt om de hoeveelheid licht per stam te optimaliseren.

 

Groei-eisen

groei eisen van de paprikaPaprika’s komen oorspronkelijk uit een warm klimaat en het gewas is dan ook niet goed buiten te telen zonder vorstbescherming. Lage temperaturen, lager dan 10 graden Celsius, hebben al een negatief effect op de ontwikkeling van het gewas en de vruchtzetting.

Bij hoge temperaturen, boven 30 graden Celsius, is het stuifmeel niet meer vruchtbaar en zijn er problemen met de vruchtzetting te verwachten. Bovendien verliest de plant te veel energie aan koelen in plaats van ontwikkelen.

Beide uitersten, zowel warm als koud, hebben een negatief effect op de ontwikkeling van de plant. Paprika groeit het best tussen 18 en 27 graden Celsius, afhankelijk van de lichtintensiteit. De optimale luchtvochtigheid ligt tussen 60 en 80%. Bij deze vochtigheid kan de plant gemakkelijk verdampen en ontwikkelen.

Paprika is zeer lichtgevoelig en zet alleen vruchten en behoudt alleen zijn bloemen als er voldoende energie en licht aanwezig is. Als het te donker is, aborteert de plant de bloei en treedt er geen vruchtzetting op. Te veel licht heeft een negatief effect op de kwaliteit van de vruchten. Deze kunnen in rechtstreeks zonlicht gemakkelijk verschroeien. Het is daarom van belang de planten te beschermen tegen rechtstreeks en intens zonlicht.

Een hoog stralingsniveau heeft in het algemeen een negatief effect op de planten. Sterke straling leidt ertoe dat de fotosynthese door de gesloten huidmondjes minder efficiënt verloopt. De plant is niet in staat om kooldioxide uit te wisselen wat de suikerassimilatie beperkt.

Koolstofdioxidedosering

In kassen wordt gedoseerd CO2 toegevoerd voor de maximale effectiviteit van de fotosynthese. Dit zorgt voor meer energie voor de plant, wat zich vertaalt in een sterker en gezonder gewas met een hogere opbrengst. De hoeveelheid koolstofdioxide die in de kas gebracht wordt, is ongeveer 600-900 ppm. De koolstofdioxide wordt in het algemeen door de teler zelf geproduceerd bij het stoken van gas voor de verwarming. 

In Nederland zijn er echter clustergebieden, waarbij andere bedrijfstakken hun koolstofdioxide aan de kassen leveren. Dit is een duurzame oplossing voor zowel de kassen als de andere bedrijven.

Substraat

substraat voor paprikaPaprika is op verschillende substraten te telen. De meest voorkomende in tuinbouw zijn steenwol en kokosturf. Deze substraten hebben allebei de juiste eigenschappen voor kasteelt. Steenwol is tegenwoordig het meeste gebruikte substraat in de Nederlandse paprikateelt, want het is hygiënisch, steriel, eenvoudig te sturen en de wortels dringen er goed in door.

Steenwol is ook interessant voor de Nederlandse markt omdat het na gebruik gerecycled kan worden, wat financieel aantrekkelijk is. Kokosturf komt echter ook steeds meer in de belangstelling van telers. De eigenschappen van kokosturf zijn anders en kokosturf vraagt daarom om een andere strategie en teeltwijze. Kokosturf is ook milieuvriendelijk. Het is gunstig voor variëteiten met een meer generatieve groei. Kokosturf heeft namelijk vooral een vegetatieve invloed op de ontwikkeling van het gewas.

Het juiste substraat is ook belangrijk voor de voedingsoplossing die aan de paprikaplanten wordt gegeven. Het beïnvloedt bovendien de pH van de wortelomgeving. Het substraat kan ook van invloed zijn op de beschikbaarheid van voedingsstoffen. Kokosturf bindt bijvoorbeeld calcium nogal gemakkelijk, wat de calciumopname van de plant wat belemmert in de eerste groeiperiode.

De optimale zuurgraad voor de wortelomgeving is ongeveer pH 5,8. Bij deze pH zijn de meeste elementen in de juiste hoeveelheid beschikbaar voor de paprika. De pH van de wortelomgeving fluctueert echter meestal tussen 5,5 en 7,5. Het is zeer belangrijk om de pH in de wortelomgeving goed in de hand te houden. Als de pH lager dan 5,5 wordt, heeft dat mogelijk een negatief effect op de wortels waardoor de opname in het algemeen minder wordt. Bij een pH van hoger dan 6,2 kunnen bepaalde elementen neerslaan. Vanaf pH 6,2 slaan er steeds meer elementen neer. Deze zijn dan niet meer beschikbaar voor de plant.

Watermanagement

water eisen van paprikaPaprika vereist een constante toevoer van vocht tijdens het groeiseizoen. De behoefte aan water is sterk afhankelijk van de temperatuur en de hoeveelheid licht. Bij hoge temperaturen of sterke straling verdampt een paprikaplant veel meer dan onder normale omstandigheden. Een paprikaplant heeft onder de Nederlandse omstandigheden in de kas maximaal 7.5 - 10 liter water per m2/per dag nodig. De meeste telers gebruiken de straling als leidraad bij het bepalen van de hoeveelheid water die geïrrigeerd moet worden. Gebruikelijk is 1,5 - 4 keer de staling (J/cm2), rekening houdend met de buitenomstandigheden en de verwarmingstemperatuur. Deze regel is meestal van toepassing op oudere planten. Jongere planten gebruiken aanzienlijk minder water.

Overtollig water leidt tot wortelsterfte in anaerobe bodemomstandigheden, hoger risico op schimmels en slechte/langzame ontwikkeling van de plant. Te veel water na de vruchtzetting kan leiden tot snel opzwellen van de vruchten, wat weer tot kleine scheurtjes kan leiden. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit, omdat het tot allerlei afwijkingen leidt, met name scheuren.

De bloei wordt negatief beïnvloed door stress door te weinig water. Neusrot kan ook een probleem worden door een lage wateropname, waardoor er minder calcium wordt opgenomen en verspreid.

Paprika bemestingsadviezen

Yara's bemestingsadviezen kunnen je helpen de maximale opbrengst te behalen. Bekijk onze aanbevelingen voor paprika.