Meststoffen en Corona: het beeld verandert

Sinds de uitbraak van COVID19 heeft Hanco Leuvenink, productmanager manager speciality fertilizers bij Yara, zijn visie gegeven over de gevolgen voor de meststoffen markt. In dit artikel de laatste inzichten over vraag en aanbod in de bepalende markten en de daarmee samenhangende prijsontwikkelingen.

Sinds de uitbraak van COVID19 heeft Hanco Leuvenink, product manager speciality fertilizers bij Yara, zijn visie gegeven over de gevolgen voor de meststoffen markt. In dit artikel de laatste inzichten over vraag en aanbod in de bepalende markten en de daarmee samenhangende prijsontwikkelingen. 

Productie en consumptie komt weer op gang in China en India 

Het blijft een feit dat het Corona virus invloed heeft gehad op, voor de wereldwijde balans van vraag en aanbod cruciale markten als China en India. Verschuivingen op deze markten als gevolg van “Lock Downs” zijn er zeker geweest, maar langzaam start de productie en consumptie in deze markten weer op. Zo is de totale productie van fosfaatmeststoffen in India sinds 25 maart hersteld tot ongeveer 80% van de capaciteit van voor de Lock Down. Verwacht wordt dat de productiehoeveelheden halverwege mei in India weer normaal zullen zijnIn China zit de productie ook weer nagenoeg op het normale niveau en is de export van meststoffen weer opgestart. Met uitzondering van de Chinese fabrieken in Hubei, tijdens het begin van de uitbraak van het Corona virus, waren op wereldschaal de productieonderbrekingen, die het aanbod meststoffen zouden kunnen doen inkrimpen, minimaal 

Wereldwijde vraag 

Aan de vraagkant verwacht men dat, ondanks de wereldwijde verspreiding van COVID19, de vraag naar kunstmest in 2020 robuust zal blijven. Wereldwijd verwacht men zelfs een groei van 1,5% op jaarbasis. Natuurlijk blijft het risico bestaan dat door “Lock Downs” in verschillende landen er logistieke knelpunten ontstaan die de aanvoer en daarmee de afzet van meststoffen negatief  beïnvloed. Echter verwacht men dat dit gecompenseerd wordt door een substantie groei in de landbouw, doordat een aantal agrarische grondbeginselen, zoals gunstige weersomstandigheden en de betaalbaarheid van meststoffen, zijn verbeterd.  De wereldwijde betaalbaarheid van kunstmest in combinatie met stevige gewasprijzen, stimuleren het gebruik van nutriënten en dit is historisch gezien een gunstige trend. Daarnaast bouwen dealers en boeren ook nog eens voorraden op, om eventuele logistieke problemen als gevolg van de coronavirus pandemie te voorkomen.

Stabiele markt 

Anders dan 6 weken geleden, toen het coronavirus wereldwijd om zich heen sloeg, is de verwachting nu dat het aanbod, maar ook de vraag naar meststoffen redelijk in stand zal blijven. Er is dus geen algemene verwachting uit te spreken van hoe prijzen zich zullen gaan ontwikkelen. In het algemeen worden stabiele prijen verwacht, maar het blijft echter ook behoorlijk koffiedik kijken. Want ook als nu in het productieproces geen noemenswaardige verstoringen zijn, wat ook voor de Yara fabrieken geldtblijft de situatie onzeker. Daarnaast kunnen vraag en aanbod op lokale markten afwijken van de wereldmarkt  met een afwijkende prijsvorming als gevolg.  

Stikstof 

Echter over het algemeen is het beeld dat we voor de stikstofhoudende meststoffen stabiele prijzen, misschien wel ligt dalende prijzen zullen hebben. Veel hangt af hierbij op welk prijsniveau India de in het voorjaar gebruikelijke tender afsluit. 

Kalium  

Ondanks dat op lokale markten er prijsverhoging zijn doorgevoerd waren over het algemeen, wereldwijd gezien, de prijzen voor kali-meststoffen dalende. Echter de recent positieve contractafwikkelingen met China leiden er toe dat het sentiment op de wereldmarkt vanuit het perspectief van “potash” producenten is verbeterd. 

Fosfaat 

Voor fosfaat houdende meststoffen worden stabiele of stijgende prijzen verwacht. Chinese producenten proberen exportprijzen te laten stijgen daar zij krapte voelen op hun thuismarkt en in Europa is een grote producent bankroet verklaard. 

Zwavel 

Zwavelprijzen hebben een licht dalende tendens, daar wereldwijd de zwakke vraag de productieverlagingen bleef compenseren.