Agronomische basisprincipes van de komkommerteelt

Het doel van de teler is het produceren van een kwalitatief hoogwaardig gewas met een hoge opbrengst die voldoet aan de eisen van de beoogde markt.

Agronimische basisprincipes van de komkommerteelt

  

Gewaskenmerken

Geslacht

Cucumis sativus, fam. Cucurbitaceae 

Habitat

Cucumis sativus is de botanische naam van een soort uit de familie van Cucurbitaceae, een gewas dat al meer dan 3000 jaar geteeld wordt. Het wordt algemeen aangenomen dat de soort afkomstig is uit Azië. De wilde variëteit in India heeft onrijpe kleine vruchten met een bittere smaak. De rassen van vandaag de dag zijn langer, niet bitter, groeien parthenocarp en worden nog steeds onrijp geoogst. 

De oorspronkelijke komkommer is een klimplant, maar kan ook horizontaal groeien. De komkommer kan per plant tientallen vruchten produceren. De afgelopen 60 jaar worden komkommers meestal verticaal in kassen verbouwd. Op het open veld gebeurt dit nog steeds horizontaal.


 

Teeltsystemen

Over het algemeen onderscheiden we 3 systemen om komkommers te telen: horizontaal, verticaal of aan hoge draad. Het horizontale systeem wordt in de levensmiddelenindustrie niet vaak toegepast omdat de opbrengst en de kwaliteit erg laag zijn. We behandelen hier daarom alleen de verticale methode en de methode aan hoge draad.

 

Verticale (paraplu) teelt

Komkommer parapluteeltDit teeltsysteem wordt meestal toegepast in kassen (kunststof/glas). De afgelopen 40 jaar zijn er vele systemen onderzocht, maar het standaardteeltsysteem blijft min of meer hetzelfde. De draad hangt in het algemeen op 2 meter hoogte met een maximum aan 1,3 - 1,7 planten/m², afhankelijk van de hoeveelheid zonlicht of het seizoen.

In de winter gebruikt men meestal 1,3 planten/m², in de zomer 1,7 planten/m². De planten groeien naar de draad toe en de kop wordt er net boven de draad uitgehaald.

Twee of drie scheuten worden behouden en over de draad verspreid. Ze worden teruggeleid tot op 1,5 meter boven de grond; daar wordt de kop eruit gehaald. Daarna worden alle scheuten behouden en worden alleen de bladen verwijderd om het gewas open te houden voor een betere kwaliteit van de vrucht en ter voorkoming van schimmelvorming.

Deze teeltwijze heeft tot gevolg dat tijdens de levensduur van het gewas de kwaliteit afneemt en de gevoeligheid voor ziekten toeneemt. Daarom worden er nieuwe planten tussen het oude gewas geplant (tussenplanten) of wordt het gewas één of twee keer per jaar opnieuw geplant. Dit verhoogt de kwaliteit aanzienlijk en verlaagt de kans op ziekten. De methode om nieuwe planten tussen het oude gewas te planten zorgt voor een hogere opbrengst maar betekent ook hogere arbeidskosten. De meeste telers planten daarom twee keer per jaar het gehele gewas opnieuw.

 

Hogedraadteelt

In de hogedraadteelt groeien de planten ook omhoog naar de draad, maar de draad hangt veel hoger dan 2 meter, meestal 4 meter hoog of nog hoger. Telkens als de plant de draad bereikt laat men hem 50 cm of meer zakken. De komkommers groeien langs een koord dat naar de draad oploopt en het koord wordt met een haak bevestigd. Aan de haak zit 15 meter koord en de haak hangt aan de draad. De teler kan het koord laten zakken en de haak kan worden verplaatst naar behoefte van de planten of de teler.

De planten groeien ongeveer 60 cm per week en de teler moet ze daarom een paar keer per week laten zakken. De bladeren onderin moeten ook aan aantal keren per week worden verwijderd. De plantdichtheid is met dit systeem veel hoger, 1,5 - 2,5 planten/m², en hangt ook af van de hoeveelheid zonlicht en de tijd van het jaar.

Met dit teeltsysteem is een veel hogere opbrengst en een betere kwaliteit te bereiken, maar de arbeidskosten zijn aanzienlijk hoger. Uiteindelijk bepaalt de verkoopprijs of deze teeltwijze haalbaar en winstgevend is. Dit is het belangrijkste obstakel bij de ontwikkeling van dit systeem. Deze teeltwijze wordt daarom nog steeds niet vaak toegepast in Nederland.

Tot 1980-1985 was de conventionele manier van komkommerteelt in Noord-Europa één of twee keer planten per jaar. Eén keer in november/december en opnieuw in juli/augustus of het eerste gewas laten doorlopen tot september/oktober. Met dit conventionele systeem is een opbrengst haalbaar van 40-50 kg/m². Met een tweede keer planten kan de opbrengst oplopen tot 50-60 kg/m². Met meer keer herplanten stijgt de opbrengst tot 70 kg/m², maar de arbeidskosten zijn veel hoger. Het grootste voordeel van vaker planten is de hoge kwaliteit. Bij komkommers is empirisch vastgesteld dat de kwaliteit na ongeveer 10 weken sterk afneemt. 

Van planten tot productie duurt meestal ongeveer 12-19 dagen, afhankelijk van het seizoen. Dus algemeen gesteld, is het mogelijk om tot 13 weken na het planten komkommers van hoge kwaliteit te produceren. De opbrengst is niet het probleem, maar de kwaliteit van de komkommers neemt ongeveer 10 weken na het planten sterk af. Ziekten als botrytis, mycosphaerella, fusarium en soms virussen, en insecten breiden zich te sterk uit tijdens de levensduur van het gewas.

 

Hogedraadsysteem met kunstlicht

Komkommer hogedraadsysteemDit systeem wordt zeer veel toegepast in Scandinavië vanwege de lage elektriciteitskosten een aantal jaren geleden. Bovendien zijn de verkoopprijzen van komkommers in de winter in Scandinavië behoorlijk hoog en gaat de warmte van de daglichtlampen in het daar heersende klimaat niet verloren.

In Nederland gaat vanwege het klimaat de warmte en dus ook de energie van de lampen echter verloren. Alleen het licht van de lampen is nodig en de verkoopprijs van komkommers is laag in de winter. Deze teeltwijze is daarom niet erg populair in Nederland. Er zijn slechts een paar telers die lampen gebruiken in combinatie met de hogedraadteelt.

In Scandinavië wordt assimilatieverlichting van hoge intensiteit gebruikt, tot 375 µmol/m²/s. Dit zorgt voor snelle groei en een hoge opbrengst. De kunstmatig belichte gewassen in Scandinavië groeien veel sneller en produceren meer en worden elke 13 weken opnieuw geplant om kwaliteitsproblemen en ziekten te voorkomen. De productie van een enkel gewas duurt ongeveer 10 weken en het gewas wordt meestal 4 keer per jaar geplant. Met dit systeem is een jaaropbrengst van 200-250 kg/m² te bereiken, met een gemiddelde van ongeveer 5-6 kg/m² per week. De plantdichtheid ligt tussen 2,5 en 3,3 planten/m², afhankelijk van de periode van het jaar, het ras en de hoeveelheid licht. Deze teeltwijze is zeer arbeidsintensief vanwege het herplanten, draaien, scheuten wegnemen, snoeien en bladeren plukken.


 

CO2

In kassen wordt CO2 gedoseerd voor de maximale effectiviteit van de fotosynthese. Dit zorgt voor meer energie voor de plant, wat zich vertaalt in een sterker en gezonder gewas met een hogere opbrengst. De hoeveelheid kooldioxide die in de kas gebracht wordt, is ongeveer 600-900 ppm. De kooldioxide wordt in het algemeen door de teler zelf geproduceerd bij het stoken van gas voor de verwarming. In Nederland zijn er echter ook clustergebieden waarbij andere bedrijfstakken hun kooldioxide aan de kassen leveren. Dit is een duurzame oplossing voor zowel de kassen als de andere bedrijven.


 

Substraat

Komkommers worden meestal op steenwol, kokos of perlitezakken geteeld, maar in principe kunnen ze op tal van substraten geteeld worden. 

Steenwol is momenteel het meest gebruikte substraat in de Nederlandse tuinbouw. Steenwol wordt veel gebruikt omdat het steriel, gemakkelijk te hanteren en uniform is en een optimaal wortelgebied biedt. Steenwol is ook interessant voor de Nederlandse markt omdat het na gebruik gerecycled kan worden, wat milieuvriendelijker is. 

Kokosturf is ook milieuvriendelijk. Het is gunstig voor rassen met een meer generatieve groei, omdat kokosturf een vegetatieve invloed heeft op de ontwikkeling van het gewas. Het type substraat is ook belangrijk voor de voedingsoplossing die aan de komkommerplanten wordt gegeven en het beïnvloedt bovendien de pH van de wortelomgeving. 

Kokos heeft, in tegenstelling tot steenwol en perlite, een adsorptiecomplex dat de pH kan bufferen en kationen kan adsorberen. De optimale zuurgraad voor de wortelomgeving is ongeveer pH 5,8. Bij deze pH zijn de meeste voedingsstoffen optimaal beschikbaar voor de komkommers. De pH van de wortelomgeving fluctueert echter tussen 5,5 en 7,5. Probeer te vermijden dat de pH lager dan 5,3 wordt, want dan is er geen buffer over en kan de pH gemakkelijk te laag worden. Als de pH hoger is dan 6,2, slaan voedingsstoffen neer, te beginnen bij fosfaat, vaak samen met calcium en magnesium.


 

Watermanagement

Komkommer watermanagementKomkommers gebruiken het meeste water van vrijwel alle kasgroenten. Dit komt door de grote bladoppervlakindex (LAI) en de hoge etmaaltemperaturen 24 uur per dag. In de zomer is de verdamping het hoogst vanwege het volwassen gewas, hoge etmaaltemperaturen 24 uur per dag en de instraling. 

Op dagen met een lichtinval van 3000 J/cm² hebben de planten 10-12 l/m²/dag nodig, inclusief drain. Het water wordt met tussenpozen toegediend, meestal 100 ml per plant, van 2 uur na zonsopkomst tot 2 uur voor zonsondergang. Als het substraat 's nachts te snel uitdroogt, wordt soms ook 's nachts water toegediend. De richtlijn voor irrigatie is de zonnestraling. Een volwassen gewas heeft in het algemeen, afhankelijk van de temperatuur, 2 tot 4 ml water nodig voor elke 1 J/cm², dit is inclusief drain.

Met de laatste generatie steenwolmatten is het watermanagement sinds enkele jaren veel beter te balanceren dan voorheen. Dit betekent ook dat de voedingsoplossing alsmaar beter uitgebalanceerd moet worden.

Komkommer bemestingsadviezen

Yara's bemestingsadviezen kunnen je helpen de maximale opbrengst te behalen. Bekijk onze aanbevelingen voor komkommer.